Lieven Hendriks (1970)
is schilder, soms met kwast of penseel, maar zijn doeken worden in toenemende mate gespoten. Kleuren lijken geselecteerd te zijn op hun gebrek aan expressie. Het observatievermogen van de toeschouwer wordt door zijn voorstellingen op de proef gesteld. Het werk is weliswaar figuratief, maar binnen de figuratieve thema’s wordt desalniettemin enige inspanning gevraagd bij het kijken en weet hij een zekere afstandelijkheid te bewaren. Van belang in zijn werk is de opvatting dat ieder werk ‘een verhaal’ moet zijn ‘dat zichzelf bedekt’. Verhaal en vorm zijn één. Er is geen clou. Het werk ontstaat in onmiddellijk contact (of conflict) met het doek, zonder in de eerste plaats de neerslag van een gevoel of de reproductie van een ervaring te willen geven. Voor Lieven Hendriks is kunst geen beschrijving van de werkelijkheid. Ze is zelf iets werkelijks – zoals een koe, of een tafel, of noem er is wat.
Uitgangspunt voor zijn werk zijn alledaagse onderwerpen. Hij schildert bijvoorbeeld spijkers in een muur, gebroken glas-in-lood of vernevelde spiegels. Hij gebruikt zijn technische talent als schilder om de kijker te laten nadenken over de manier waarop we gewend zijn om naar schilderijen te kijken. Hoewel zijn beelden kristalhelder lijken, doen ze ons in wezen twijfelen omdat ze door hun ambiguïteit voor meerdere uitleg vatbaar zijn. (*)
(*) bron: tekst van Dr. Ype Koopmans, conservator
Lieven Hendriks vanaf linksboven , rechtsom
– Untitled, 2015, 75 x 90 cm, acryl op linnen
– Antenna, 2008, 60 x 50 cm, schilderij acryl op canvas
– Antenna, 2010, 90 x 70 cm, acryl op linnen
Vragen aan curator Lieven Hendriks
Vraaggesprek met Sietske van Harte, 12 mei 2016
Schilder Lieven Hendriks selecteerde voor Pulse 6 werk van de jonge talenten Ruben Kragt en Robin Meyer. In Pulse 7 is eigen werk van Lieven Hendriks te zien gecombineerd met werk van kunstenaars Frank Koolen en Jaap Kroneman.
Waarom in Pulse 6 de keuze voor Ruben Kragt en Robin Meyer?
Het zijn oud-studenten van mij van de opleiding aan de HKU (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht). Ik voel me betrokken bij hun ontwikkeling en wil graag bijdragen aan de zichtbaarheid van hun werk. Bij beiden was vanaf het begin duidelijk dat ze over veel talent beschikten en het vermogen hadden om een goede schilder te worden. En dat is bij allebei uitgekomen. Het zijn daarnaast ook buitengewoon leuke gasten.
Hoe zou je hun werk omschrijven?
Zij halen allebei hun inspiratie uit de dagelijkse wereld. Ze kijken het journaal, lopen op straat. En al die indrukken hebben invloed op hun werk in het atelier. Ze halen veel uit de beeldtaal van games, televisie, krantenbeelden en vertalen die op een eigen associatieve manier naar de schilderkunst. Het werk is avontuurlijk en eigentijds.
Hoe ga je om met de Turbinekamers als tentoonstellingsruimte?
Zo’n ruimte op het grensgebied tussen binnen en buiten vind ik bijzonder. En dat het een grove ruimte is; dat hij niet helemaal opgepimpt is vind ik een mooi vertrekpunt. Het is eigenlijk best een merkwaardige maar ook spannende tentoonstellingsruimte. Merkwaardig in de zin dat het werk een afstand moeten maken tot de ruwheid van de ruimte. Er moet wel een contrast zijn. De grofheid en geschiedenis van de ruimte en het werk van Robin en Ruben gaat volgens mij heel goed samen
In Pulse 7 ben je uitgenodigd voor een solotentoonstelling. Je koos echter niet voor een solo maar exposeert met Frank Koolen en Jaap Kroneman. Waarom?
Frank en Jaap zijn goede vrienden van mij en met beiden heb ik vaker geëxposeerd. Zo leveren Jaap en ik dit jaar een gezamenlijke bijdrage aan de Gelderse Biënnale 2016; Living is Giving. Daarnaast is er een aansluiting tussen ons werk. Ik denk dat wij vanuit dezelfde motivatie kunst maken. We verhouden ons tot de dingen om ons heen en vertalen dat in beeld. We werken alle drie ook niet vanuit een theoretisch kader. Het gaat over een blik die alert is op de wereld om je heen. Dat is in grote lijnen wat ons bindt. Natuurlijk is het ook interessant om samen na te denken over het totaalbeeld van de tentoonstelling. Hoe bereiken we dat bepaalde werken precies de goede context geven aan andermans werk?
In jouw schilderijen spelen suggestie en gezichtsbedrog een belangrijke rol. Ze anticiperen op de manier waarop de toeschouwer kijkt. Waarom is dat zo belangrijk?
Ik ervaar het zelf als heel betekenisvol als je denkt dat je iets gezien hebt en dat later moet bijstellen omdat je het verkeerd had. Dat is waanzinnig. En dat is wat ik in mijn werk als onderwerp heb gemaakt. Het gaat mij niet om knap schilderen maar om het op de proef stellen van de vooringenomenheid van de kijker.
Wat is het belangrijkste verschil tussen Jaap, Frank en jouw werk?
Frank is een alleskunner. Die maakt zowel video’s, performances als sculptuur. Datzelfde geldt ook voor Jaap. Hij werkt met muziek, sculptuur, schilderkunst, fotografie en is grafisch ontwerper. Ik ben een klassieke schilder. Ik werk enkel met verf op linnen. Dat is voor iemand als Frank echt ondenkbaar.
Lieven Hendriks is lid van team Omstand en curator voor Omstand
Activiteiten van Lieven Hendriks binnen Omstand