Metropolis M | augustus – september 2018

Het waarom van residencies |
etropolisM
In de internationale kunstwereld zijn er residencies in vele soorten en maten, en elke dag komen er steeds meer bij. Waartoe dienen deze residencies en wat verklaart hun succes?
Iedereen kent hem inmiddels wel, kunstenaar Berndnaut Smilde en zijn wolken. Mysterieuze, bijna theatrale beelden van een perfect gevormd en heel precies uitgelicht wolkje, dat zweeft in een verlaten binnenruimte. Charles Saatchi kwam één van Smildes eerste wolken, Nimbus II uit 2012, op het spoor: het startsein van een bliksemsnelle carrière. Minder bekend is dat die Nimbus II is ontstaan bij Hotel Maria Kapel in Hoorn. Deze prachtige zestiende-eeuwse kapel, die al sinds de jaren tachtig ruimte biedt aan kunstenaars voor onderzoek en experiment, was hier op twee manieren bepalend. Niet alleen bood het de tijd en de ruimte om een idee te testen, ook vormde zij het karakteristieke decor op de beelden van die eerste wolk, die de wereld over gingen via sociale media.
Voor een kleine residency als die in Hoorn is het bijzonder om in de spotlights te staan. Nederland heeft een breed scala aan kleinschalige artist-in-residencies: tijdelijke werk- en verblijfplekken voor kunstenaars. Ze zijn erg divers qua ambitie, schaal, locatie en mogelijkheden, maar hebben één ding gemeen: alle opereren in de luwte. Ze zitten verscholen in oude schoolgebouwen (Gastatelier Leo XIII in Tilburg, Thami Mnyele Foundation in Amsterdam), een GGZ-instelling (Het Vijfde Seizoen in Den Dolder), een voormalige melkfabriek (KiK in Kolderveen), een oud gemaal (Pompgemaal Den Helder) of een bunker (Studio Omstand bij Arnhem), om wat voorbeelden te geven. Anders dan de grote residencies (de drie postacademische instituten: de Rijksakademie en De Ateliers in Amsterdam, Van Eyck in Maastricht) zijn ze veelal ontstaan vanuit persoonlijke betrokkenheid. Het merendeel draait op grote vrijwillige inzet.