Expositie

WERKPERIODE NIKLAS VAN WOERDEN

studio omstand

Aan de vooravond van een nieuw tijdperk
Interview door Peter Nijenhuis, augustus 2015
Niklas van Woerden (Doesburg 1991) studeerde in 2013 af aan de afdeling Fine Art van ArtEZ in Arnhem en werkte van half juli tot half augustus 2015 in de Geheime Bunker.
\\ Heeft je project in de Geheime Bunker een relatie met je eindexamenwerk?
I
k ben in 2013 afgestudeerd met een aantal tekeningen, schilderijen en een installatie. Het centrale punt in mijn eindexamenwerk was de Eerste Wereldoorlog. Voor mij belichaamt die oorlog een versnelling. Het is een grootschalige doorbraak van de moderniteit. Aan zowel de geallieerde zijde, de zijde van de Fransen, de Britten en Russen, als aan de zijde van de Centralen, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Italië, onderzocht men alles wat dienstbaar kon zijn om de overwinning te behalen. Men experimenteerde met macabere zaken als gifgassen en andere nieuwe wapens, maar ook met camera’s die men aan de poten van over het slagveld fladderende postduiven hing. Men probeerde op allerlei manieren om de menselijke waarneming boven de tot dan toe bestaande beperkingen uit te tillen. Een van de vruchten van die onderzoeksdrift waren de zogenaamde akoestische spiegels: betonnen bouwsels met een holrond oppervlak. Ze waren ontworpen om op grote afstand naderende vliegtuigen waar te nemen en een aantal van zulke spiegels werd langs de Britse kust gebouwd, totdat de uitvinding van de radar het hele project overbodig maakte. De Eerste Wereldoorlog was kortom een grootschalig bloedbad en een technologische omwenteling ineen. Ik beschouw de oorlog niet alleen als een historisch feit, maar als iets wat zich op een grotere of kleine schaal voortdurend herhaalt en waarvan ik het beeldmateriaal en de beeldtaal op het nu en andere historische periodes projecteer. Dat ik me voor de Geheime Bunker interesseerde, toen ik Heidi Linck sprak die sinds 2015 aan het project als curator is verbonden, zal je begrijpen. De bunker werd gebouwd onder de dreiging van een nucleaire oorlog tussen Oost en West. Ook dat conflict leidde tot het mobiliseren van technologisch onderzoek en het inzetten van nieuwe technologie om de vijand te vernietigen en de eigen vernietiging te vermijden. Bunkers zijn hoe dan ook verbonden met extremen. Het zijn plekken om je te beschermen tegen een aanval en het uiterste gevaar en tegelijkertijd vormen ze een doelwit. De constructies zij tegenwoordig plekken van kalmte en rust, maar niettemin blijven ze verbonden met geweld en dood.
\\ Vond je het prettig om in de Geheime Bunker te werken?
Ik moest ’s ochtend altijd een lichte weerstand overwinnen. De bunker is geen gewone, huislijke plek. Je moet de bewoonde wereld verlaten om er te komen. Er ligt een aarden wal om de bunker. Via een opening in de wal en een weg met een knik ga je door een soort sluis of hals en dan sta je voor het gebouw. Zodra je daar bent gaat er een knopje om. Er is als het goed is niemand, maar er zijn wel steeds allerlei geluidjes, waardoor in ieder geval ik steeds op mijn hoede was. Ik vind de bunker zelf prachtig. Het gebouw is met behulp van een geraamte van planken en bewapening opgetrokken in beton. In het beton zie je nog steeds de nerven van het hout en de koppen van de spijkers van het houten geraamte. Dat soort sporen en ook het rauwe van beton en staal spreken me aan. Buiten en binnen is de bunker overal verkleurd, beroet en beschimmeld. Door de brand of meerdere branden en de openingen in het dak om de brand of de gevolgen van de brand te bestrijden, lekt er overal water. De plek is daardoor voortdurend in verandering. Ik heb in eerste instantie alleen gekeken en vervolgens ben ik gaan tekenen. Er is veel in en buiten de bunker wat je als ready made zou kunnen gebruiken, de afzettingen en verkleuringen door het vocht en de vroegere ronde bordjes die allerlei heldere cirkels hebben achtergelaten. Maar het verzamelen van die ready mades of het maken van een serie tekeningen vond ik niet voldoende. Ik wilde een werk maken dat met de bunker als geheel zou communiceren, met de bunker als een donkere, stille plek en als overblijfsel uit een duistere periode. Al tekenend kwam ik steeds weer terug bij de vier platforms op de vloer, parallel aan de korte zijde van het rechthoekige grondplan. Die platforms riepen mijn nieuwsgierigheid wakker. Er is ooit een moment geweest waarop de bunker pas was gebouwd en de pompinstallaties als wonderen van de techniek in een beschermende verpakking op de platforms werden geplaatst, klaar om geïnstalleerd te worden. Dat moet – hoe huiveringwekkend ook tegen de achtergrond van de vernietiging door een atoomoorlog – voor de betrokkenen een bijzonder moment zijn geweest. Men stond aan de vooravond van het nieuwe atoomtijdperk. Alle wegen, die van het leven en die van de vernietiging, stonden nog open. Wat ik heb onderzocht, is in hoeverre ik de dubbelzinnige betovering van dat moment met beeldende middelen zou kunnen herscheppen.
Een detail in de Bunker dat in het bijzonder tot mijn verbeelding sprak, was een bepaalde hoek. Halverwege de platforms loopt een scheidingswand met doorgangen, waarschijnlijk bedoeld om de ventilatie te reguleren. De doorgangen in de scheidingswand hebben boven geen haakse hoek, maar maken een hoek in 2 knikken van, 45 ° ofwel 4 keer een verstek van 22,5 °. Waarom het beton op die, in zekere zin frivole manier is gegoten en niet in een gewone haakse hoek, weet ik niet. Dat maakt het niet minder wonderlijk en intrigerend. Hoe meer ik er naar keek, hoe meer ik er van overtuigd raakte dat ik er iets mee moest doen. Uiteindelijk bouwde ik voor ieder platform een frame van hout, van 1,5 meter hoog, 1,8 meter breed en 6,5 meter lang. Aan de bovenzijde had ieder frame de zelfde dubbele hoek als de doorgangen. Ik bekleedde ieder frame met een half doorzichtig plastic folie waardoor vier nieuwe ruimtes in de bestaande ruimte ontstonden. Deze vier ruimtes richtte ik in met objecten die aan oorlog, technologie, leven en dood refereren. In de eerste ruimte op het eerste platform plaatste ik een tafel met een wit blad en op dat witte blad legde ik een distel, een plant die zich beschermt door zijn stekels. In de tweede ruimte plaatste ik een in folie verpakte houten piek die ik ooit van een huis in Duitsland haalde. Dat huis stond op het terrein van een oude psychiatrische inrichting en was in een vergaande staat van verval. Te oordelen naar de stijl waarin het gebouwd was, had het huis al op het terrein gestaan toen de nazi’s in de inrichting zogenaamde ‘Unruhigen’ om het leven brachten. In de derde ruimte op het derde platform plaatste ik een zelfgebouwde geluidsspiegel. In de vierde ruimte plaatste ik een stoel met daarop een gesloten, wit doosje. In elk van de vier ruimtes werden de objecten uitgelicht door een in het frame van de vierde ruimte verwerkte LED-verlichting. Je kon de objecten in de vier ruimtes door het plastic waarnemen, maar je kon er niet bij. Die niet zomaar overbrugbare afstand tussen kijker en object was in mijn ogen niet onbelangrijk.
\\ Inmiddels is de hele installatie weer afgebroken, wat ga je er verder mee doen?
Ik heb de installatie vastgelegd op foto en Martijn Baudoin heeft 360-gradenfoto’s gemaakt. Het fotomateriaal wil ik gebruiken voor volgende projecten . Mijn werk zou je kunnen zien als een intuïtief en associatief onderzoek naar bepaalde beelden en vormen om hun beladenheid te verduidelijken. Het project in de Geheime Bunker was een gelegenheid omdat onderzoek verder te verdiepen.

 

gerelateerde kunstenaars WERKPERIODE NIKLAS VAN WOERDEN