Expositie

WERKPERIODE ANOUK MASTENBROEK

studio omstand

 

HET FEIT DAT ER GEEN PUBLIEK IN DE BUNKER KOMT, VOND IK EEN VOORDEEL
Door Peter Nijenhuis,  juli 2016
Anouk Mastenbroek studeerde in 2013 af aan de afdeling Fine Art van ArtEZ in Arnhem. Ze werkte samen met haar voormalige klasgenoot Rosa Helldorfer aan kunstprojecten op openbare plekken zoals het Industrie Park Kleefse Waard en Oosterend op Texel, exposeerde in onder meer Rotterdam en was een van de deelnemers aan het project Metaphorically speaking in Circa.. dit in Arnhem. In mei en juni van 2016 werkte ze als artist in residence in de Geheime Bunker.
\\ In je werk spelen landschappen en stedelijke omgevingen een belangrijke rol. Het gaat om ruimte, lijn en vlak en in veel gevallen lijk je het liefst werk te maken dat site-specific is, toegesneden op de plek waar het wordt tentoongesteld. Heb je daar een verklaring voor?
Als er al een verklaring is, dan heeft die te maken met het platteland van Drenthe en later Groningen, waar ik opgroeide. Het landschap in die omgeving kenmerkt zich door open ruimtes onderbroken door nederzettingen, rijen bomen en heggen. Dat heet een coulissen landschap, omdat het veel weg heeft van coulissen op een toneel. Je kon in Drenthe en Groningen eindeloos in de verte kijken, iets wat ik als kind graag deed. Niet ver van waar ik in Drenthe woonde lag het Paterswoldsemeer met zijn enorme wateroppervlak en de spiegelingen en vormveranderingen van dat oppervlak. Dat ik iets heb met ruimte, lijnen en vlakken, moet, denk ik, daar wel mee te maken hebben. Dat geldt ongetwijfeld ook voor mijn belangstelling voor het eigenaardige van stad en platteland en het contrast tussen die twee. Als puber fietste ik bijna dagelijks vanuit het dorp waar we woonden naar de stad Groningen waar ik naar school ging. De tocht ging over zo’n typische eindeloos lange, rechte plattelandsweg, een streep door het landschap naar de horizon. Op die tocht maakte het platteland telkens plaats voor de stad en, op de terugweg, maakte de stad dan weer plaats voor het eerste. Om stad en landschap nog beter te bekijken ben ik uiteindelijk gaan vliegen. Van bovenaf zien zeker de modernistische nieuwbouwwijken van de vorige eeuw er heel spannend uit. Je kunt zien dat ze achter de tekentafel zijn ontstaan op basis van meeslepende opvattingen en doordachte functiescheidingen. Als je na je vlucht door zo’n wijk fietst die je daarvoor met begeestering van bovenaf bekeek, ziet het er weer vreselijk saai uit en dat is toch wonderlijk. Mijn belangstelling voor de stad is overigens een belangstelling op afstand. Het lijkt me moeilijk om in een echte grote stad te moeten leven en niet langer de ruimte en het landschap om je heen te hebben. .Mijn voorkeur om gericht op een locatie werk te maken, ontwikkelde zich wat later in mijn leven. Op de kunstacademie was ik aanvankelijk bezig met het onderzoek van materialen als piepschuim, pigment, zand en gips. Daarmee maakte ik bouwsels. Ik was druk in de weer, zeg maar, en de plek deed er niet toe. Dat veranderde toen ik in het derde jaar van de kunstacademie met een aantal klasgenoten aan een project werkte in ArToll in Bedburg-Hau in Duitsland. Dat was en eyeopener. Ik ontdekte dat ik op m’n best ben als ik op een plek een werk maak dat is toegesneden op de ruimtelijkheid en andere omstandigheden van zo’n plek.
\\ Maar is je eigen atelier dan van minder belang?
Nee, dat zeker niet. Ik gebruik mijn atelier om te experimenteren met materialen en kleuren, om maquettes te bouwen, mijn fotomateriaal te bekijken en te sorteren en om ideeën te noteren die ik kan gebruiken voor toekomstige projecten.
\\ Wat heb je in de Bunker gedaan?
Ik heb in de Bunker vooral willen experimenteren. Het is geen echt herbergzame plek, maar ik heb mijn afkeer van het donkere en gesloten gebouw kunnen overwinnen. Ik ben op zoek gegaan naar kleur. Daar moest ik wel mijn best voor doen. Ik kwam sporen tegen, maar of die door andere kunstenaars, vóór mij, zijn achtergelaten, kon ik niet uitmaken. Ik heb om te beginnen een paar van de rasters uit de vloer getild en gekeken of ik met behulp van pigment interessante rastervlakken kon maken. Dat leverde een reeks bruikbare foto’s op. Vervolgens ben ik met de aanwezige vloerrasters bouwsels gaan maken en ook die heb ik gefotografeerd. Omdat ik het gevoel kreeg dat ik in de doodse betonnen omgeving van de Geheime Bunker als tegenwicht iets organisch zou moeten introduceren, ben ik bouwsel gaan maken van lotusbladeren die ik in een Chinese toko vond. Het werken met de lotusbladeren beviel me uiteindelijk niet, maar het op de vloer van de bunker uitleggen van felgekleurde kroepoek, die ik ook in de toko vond, leverde wel interessante resultaten op. Na verloop van tijd ben ik met pigment, met bloem en met kurkuma cirkels gaan maken. De bunker is nogal vierkant. Een vierkant heeft hoeken en lijnen die je kunt doortrekken in de ruimte. Een cirkel is gesloten. Je kunt de lijn wel doortrekken, maar dan draai je rondjes. Werken met die fundamentele tegenstelling, die, wie weet, wel wat te maken kan hebben met de tegenstelling tussen mannelijk en vrouwelijk, leek me in een omgeving als de Bunker interessant. Van de cirkels van kurkuma en bloem begonnen telkens na een paar dagen de muizen te snoepen. Of misschien waren het de vogels die in de Bunker een paar nesten hebben. Wat ik verder zeer bruikbaar vond, waren de openingen die je overal in de Geheime Bunker tegenkomt. Daar hebben vroeger buizen gezeten, denk ik. Nu valt er licht door en als je op bepaalde plaatsen pigment aanbrengt, levert die lichtinval allerlei interessante visuele effecten op. Wat mijn verblijf in de Bunker me heeft geleerd, is dat de pigmenten waarmee ik werk een veel contrastrijkere werking kunnen hebben in een vrij donkere en kleurarme omgeving met hier en daar een plek waar het licht invalt. In een normale tentoonstellingsruimte is daar meestal geen sprake van. De Geheime Bunker was wat dat betreft een leerrijke experimenteerplek. Het feit dat er geen publiek in de Bunker komt, vond ik een voordeel. Dat bevrijdde me van allerlei zorgen over het uiteindelijke resultaat. Je kunt in de Bunker gewoon je gang gaan. Het enige is de Pinterest, dat is bij dit project het enige medium waardoor er van je werk iets naar buiten komt.
\\ Wat ga je doen met de resultaten?
Ik heb veel foto’s gemaakt. Die ga ik eerst eens bekijken. Wat staat er bij nadere beschouwing op en wat is interessant om verder te gebruiken. Ik denk erover om mijn materiaal te gebruiken voor een foto-installatie. Ik heb wel een voorkeur voor site-specific werk, maar af en toe wil ook wat autonomer werk maken. Wat ik ook verder wil onderzoeken is de combinatie van een metalenraster en pigment. Kun je door de toevoeging van andere stoffen niet alleen een pigmentvlak maken, maar ook een soort landschap van pigmentblokjes?

 

 

gerelateerde kunstenaars WERKPERIODE ANOUK MASTENBROEK