studio omstand
afb: René Roeten (detail) foto rob groot zevert
foto’s rob en ida groot zevert

Met:
René Roeten, Jan Vos, Loes v. Schaaijk, Henri Burgers, Kees v. Leeuwen en Peter Krynen.

PULSE 10 >> 1 t/m 30 oktober 2016


Turbinekamers:
4 S O L I  –  René Roeten, Jan Vos, Loes van Schaaijk en Henri Burgers.
Curator: Marten Hendriks|

René Roeten ontwerpt in de ruimte al tekenend gedachte systemen . In zijn ruimtelijke modellen -voor deze tentoonstelling vervaardigd in groen styrodur – is de manier waarop een samengesteld geheel is opgebouwd van groot belang. Hij maakt gebruik van modules die op een ingenieuze manier worden geschakeld. Het geheel is veel meer dan ‘de som der delen’ : de structuur genereert een architectonische meerwaarde in de omringende leegte.
 




Bij Jan Vos worden schermhandelingen zoals je die uitvoert op de computer schermbehandelingen, waarbij de verleden tijd zich vastbijt in het digitale tijdperk. Geen digitale beeldbewerking maar chirurgische ingrepen aan het beeldscherm. Uit de foto’s waarop de gevolgen van die ingrepen zijn vastgelegd worden keuzes gemaakt om eventueel te dienen als materiaal waaruit gekozen kan worden binnen een context die zich ooit zou kunnen voordoen. Je kan je afvragen of de drijfveer voor het werk van Jan Vos wordt gevormt door het verlangen naar een andere omgang met de dingen die wij geleidelijk aan als alledaags zijn gaan ervaren.
    




Voor Loes van Schaayk zijn historische landkaarten, hoogtekaarten, bestemmingsplannen, botanische registraties, vogelboeken -en laatst nog- foto’s uit tijdschriften het materiaal voor collages en assemblages waarin ze een evenwicht weet te bewerkstelligen tussen complexiteit en eenvoud. Haar werk tart onze kijkgewoonten. Je wilt er op hetzelfde moment van zeer dichtbij als van veraf naar kijken. De grafische laag in de achtergrond die je zou willen ’lezen’ is gelijkertijd op afstand een dynamische picturale structuur die dienstbaar is aan een uitgebalanceerde compositie.
Literatuur is een belangrijke inspiratiebron, Victory een eerbetoon aan een bewonderde schrijver. Van een roman worden zowel de letters van de naam van de schrijver als de titel van zijn boek zichtbaar, gemaakt in een wisselende densiteit, om te kunnen interfereren met een achtergrond waarin heldere kleurvlakken samen met beeldfragmenten, ontleend aan biografische gegevens van de schrijver een ornamenteel patroon vormen. Collages zijn ook toplaag van assemblages. In assemblages wordt vorm een concreet gegeven en daardoor belangrijk als compositorische factor. Bijvoorbeeld in North South wordt de compositie als het ware bekleed door een collage, op schijnbaar willekeurige concrete houten vormen die in hun ritmische rangschikking gedragen worden door houten balkjes, worden beelden en beeldmengsels compact tot zeggingskracht gebracht.






 

Henri Burgers gebruikt voor zijn schilderijen uiteenlopende technieken die het werkelijkheid-gehalte van een veelal toekomstgericht droombeeld kunnen bevorderen. Hij actualiseerde de z.g. encaustiek -een eeuwen oude schildertechniek- door voor de menging met pigmenten in plaats van bijenwas giethars te gebruiken. Burgers volgt dwaalsporen die hij zelf heeft uitgezet door zijn werk als beeldend kunstenaar, als leidraad te nemen voor zijn zienswijze.
– Aan een schildpaddenbadje uit een dierenwinkel schrijft hij vooral bouwkundige kenmerken toe door het 180 graden te kantelen. Om zich dit beeld toe te eigenen is het maken van een foto niet afdoende. Door het badje af te gieten in gips en na stolling te kantelen, kan het een model worden voor het maken van een schilderij.
– Een schilderij van een torenflat vindt zodoende ook zijn oorsprong in een z.g. mat van een industriële vaatwasser die hij aantreft tussen afval. Voor een site-specific werk weet hij contact te leggen met de fabrikant van dit soort matten om een op maat vervaardigd raster van piepschuim te bemachtigen, dat hij vervolgens in een zwart geschilderde nis plaatst om er vervolgens, geholpen door 3 man ,een 10 cm. dikke glasplaat voor te plaatsen. Op het glas wordt vervolgens een transparant bruine laag aangebracht.


 


 

 

 

 


Paviljoen:
Peter Krynen / WATERWERKEN
Curator: Studio Omstand

Peter Krynen liep al langer rond met het paradoxale plan om het onbuigzame van aardewerk te verenigen met iets beweeglijks. Dat hij op water, en dan vooral stromend water, uitkwam, was daarom niet toevallig. In Peter Krynen’s WATERWERKEN staat stromend water voor het leven van alledag. Zowel het reinigende en voedende van water, als het tegendeel ervan, vuil en aantasting,  spelen een voorname rol in deze installatie. Kijk alleen al naar de wijze waarop het water zijn kunstmatige bedding van aardewerk heeft verkleurd en aangetast. WATERWERKEN lijkt voortgekomen uit een mistige, industriële nachtmerrie, maar is in werkelijkheid een fantastische poëziemachine.






   
   

Trafohuisje:
Jan Vos / Ondergronders (mijnwerkers) en hemelvaarder (Jezus Christus).
Curator: Marten Hendriks

Het patroon van de route die het Windows logo in 7 seconden aflegt als screensaver op een beeldscherm van een computer is identiek aan het patroon van de route die het logo van Christus (de crucifix) aflegt op het lege ‘markebrèt’ van de kolenmijn. Het controlepenningenbord in de mijn, werd in Kerkrade markebrèt genoemd. Op dat bord werden de controlepenningen van de mijnwerkers verzameld ten behoeve van het registreren van hun ondergrondse aanwezigheid.

Accuruimte:
Museum 5VEP: Kees van Leeuwen / De Gesloten Ruimte.
Curator: Heidi Linck

Kees van Leeuwen onderzoekt in zijn werk interacties tussen de mens en de architectuur van functionele gebouwen. Zijn diepgaande onderzoek naar atoombunkers is een belangrijk vertrekpunt voor zijn recente werk. Hij legt zelf een verband tussen de Geheime Bunker en Japanse architectuur: “De bunker lijkt een heel gesloten bouwwerk. Het is een dichte vorm die je langzaam open maakt, waardoor het licht binnen kan komen. Daardoor creëert het gebouw schaduwen in het donker. De Japanse architectuur lijkt heel erg open, je kan zelf bepalen hoeveel licht je binnen laat. Maar ’s avonds wordt het geheel afgesloten. De schaduw is belangrijker dan het directe licht.”